Een circulaire economie bouw je niet alleen, het is een puzzel die we enkel samen kunnen leggen.
Vijf tips van en voor circulaire starters
Eerlijk: wat is er leuker dan een collega-ondernemer de kleren van het lijf vragen?
Insights
Een circulaire economie bouw je niet alleen, het is een puzzel die we enkel samen kunnen leggen.
Kanaal Z bracht op 15 april experten rond de tafel die elk een belangrijk stukje van die puzzel in de hand hebben. Zowel overheden, het middenveld en het bedrijfsleven schoven aan voor een debat over hoe de privésector en het beleid elkaar kunnen versterken en verduurzamen.
Circulair ondernemen is intussen zo’n alomtegenwoordig buzzwoord geworden dat weinig mensen nog echt weten wat er allemaal bij komt kijken. Brigitte Mouligneau van Vlaanderen Circulair en Valentin Vassart van Circular Wallonia, zetten bij het begin van het debat nog even de puntjes op de ‘i’. “Waar lineair produceren betekent dat je nieuwe materialen gebruikt in je productieproces en die na gebruik weggooit als afval, staat circulariteitDe circulariteit beschrijft de hoeveelheid materialen die in een gesloten kring worden beheerd. net voor het produceren van producten met zo weinig mogelijk grondstoffenGrondstoffen worden vaak uit de natuur gehaald, zijn eindig en niet-hernieuwbaar, zoals steenkool, erts, ... - bij voorkeur gerecycleerd of recycleerbaar materiaal - met een maximale levenscyclusDe levenscyclus van een product houdt rekening met alle activiteiten die meespelen in de fabricage, het gebruik, het vervoer en de afdanking van dat product., en die na gebruik op een hoogwaardige manier (opnieuw) gerecycleerd kunnen worden”, klinkt het.
De toon voor het gesprek was meteen gezet en gastvrouw Valérie Thys wilde meer weten hoe dat in de praktijk in z’n werk gaat. CEO Cédric Vanhoeck en CFO Christophe Berlo van textielrecyclage start-up Resortecs vertellen over de technologie die het bedrijf ontwikkelde om recyclage van kledij veel efficiënter te maken. “Minder dan 1 % van de kleding die niet meer gebruikt wordt, wordt gerecycleerd”, weten Cédric en Christophe. “Wij ontwikkelden een techniek die uit twee delen bestaat. Enerzijds zijn er de “smartstitch”-garen die op elke naaimachine passen maar zo ontwikkeld zijn dat ze smelten wanneer een kledingstuk sterk verwarmd wordt. Anderzijds zijn er de thermisch mechanische machines waarin we grote volumes kleding kunnen “demonteren” door ze te verwarmen. Het resultaat zijn hoogwaardige stoffen die hergebruikHergebruik is elke activiteit waarin stoffen, materialen of producten die geen afval zijn, opnieuw voor hun oorspronkelijke toepassing worden gebruikt.t kunnen worden.”
Waarom staat circulariteit nu plots overal zo hoog op de agenda? Lien Meurisse en Etienne Mignolet, woordvoerders van de FOD Economie, zien de Covid-pandemie en klimaatverandering als belangrijke drijvers. “Hoewel het besef dat duurzamer produceren een goed idee is wel al langer leeft, hebben die crisissen getoond hoe afhankelijk we zijn van verschillende grondstoffen en energiebronnen. Op federaal niveau willen we ondernemers begeleiden en wegwijs maken in de mogelijkheden die er zijn en welke steun voorhanden is, want vaak hebben ze niet de knowhow om die transitie van A tot Z vast te pakken. We geven ook uitleg over het belang om intellectuele eigendom te gebruiken om innovaties of uitvindingen te beschermen. Dit zijn hefbomen en garanties voor succes waarvan kmo'sKleine of middelgrote ondernemingen ten volle moeten kunnen profiteren. Vanuit de FOD Economie verzamelen we al onze informatie rond circulair ondernemen op de website Tijd voor Circulair, waar ondernemers tips vinden, inspirerende getuigenissen kunnen lezen, maar ook de steunmaatregelen terugvinden en zelfs een zelfevaluatietool kunnen invullen die je vertelt hoe circulair je bezig bent en wat er nog beter kan.”
Stéphane Vanden Broeck, adviseur duurzaam ondernemen bij Unizo, en Thomas Lepers, adviseur energie en circulair ondernemen bij UCM, bevestigen dat de crisissen van de laatste jaren de omschakeling voor veel bedrijven hoger op de prioriteitenlijst heeft gezet. “Het was een perfecte storm. Het bewustzijn was er al, maar nu werd de urgentie ook vertaald in cijfers. Een onderzoek van VITO toonde bijvoorbeeld aan dat 66 % van de circulair werkende bedrijven aangaven dat ze weinig of geen impact hebben gevoeld van de coronacrisis, terwijl dat voor lineaire bedrijven amper 2 % was.” Dat het bewustzijn er is betekent natuurlijk nog niet dat stappen zetten naar circulariteit eenvoudig is. “We zien vaak dat start-ups die van een wit blad kunnen vertrekken het heel goed doen omdat ze van bij het begin kiezen voor bijvoorbeeld duurzame materialen of hernieuwbare energieHernieuwbare energie is energie afkomstig uit natuurlijke processen die zichzelf voortdurend vernieuwen, in het bijzonder zonne-energie, windenergie, hydraulische energie, geothermische energie of plantaardige energie (biomassa).. Voor gevestigde bedrijven ligt dat meestal veel moeilijker. Al zijn sommigen daar heel erg in mee en hebben ze gewoon nood aan een klankbord om hun ideeën af te toetsen.”
Ook vanuit het gewestelijke niveau trekt het beleid aan de kar. Brigitte Mouligneau van Vlaanderen Circulair en Valentin Vassart van Circular Wallonia benadrukken de verantwoordelijkheid van overheden. “We hebben ons aankoopbeleid onder de loep genomen en zijn overgeschakeld op meer circulaire leveranciers en/of producten. Door zelf het goede voorbeeld te geven hopen we privébedrijven te inspireren om hetzelfde te doen.” Maar daar houdt het zeker niet op. “We zetten ook sterk in op overleg met de privésector via lerende netwerken waarin collega’s met elkaar in gesprek gaan zodat we ontdekken welke drempels we nog kunnen verlagen.”
En dan mogen we ook het Europese niveau niet vergeten. Die regels hebben de opkomst van circulariteit sterk versneld, vinden Cédric Vanhoeck en Christophe Berlo. “Als textielfabrikanten of merken in de komende jaren niet gaan overschakelen op kleding op basis van (deels) gerecycleerde stoffen, komen ze in de problemen met hun afzet omdat Europa de regels sterk verstrengt.” Gelukkig staan daar ook interessante subsidies tegenover. “Wij hebben voor onze innovatie zowel op Vlaams, federaal als Europees niveau heel wat middelen kunnen ophalen. Alleen zie je dat die subsidiemogelijkheden sterk teruglopen eens je van de ontwikkelingsfase naar de uitrol in de markt overschakelt. Dan ben je vooral aangewezen op privékapitaal.”
De conclusie van het debat is duidelijk: we zijn goed bezig, maar het kan echt nog veel beter. Een Europees level playing field, het wegwerken van contraproductieve regels, een goed evenwicht tussen kennis delen en bescherming van intellectuele eigendommen en inzetten op zowel ecologische als economische duurzaamheid worden door de panelleden als cruciaal beschouwd. Een debat dat ongetwijfeld nog in verschillende vormen vervolgd wordt.